Boeken zonder Brands
10 juni 2016

Het kwam min of meer toevallig zo uit dat de jury van de ECI-Literatuurprijs na de dood van Wim Brands twee maanden niet vergaderde. Gisteren was het voor het eerst weer zover. Het voelde ongemakkelijk, een beetje als verraad zelfs, dat we hem al hadden ingeruild voor Joost de Vries.
Natuurlijk keken we met andere ogen naar zijn oordelen, maar ze waren heilig. Of hadden we er iets uit moeten aflezen? Voorzitter Louise Fresco sprak in liefdevolle herinnering over Wim. Ik kende hem niet goed, alleen van die paar keer dat we met de jury vergaderden en daarna uit eten gingen. Of het moet zijn van die avond dat ik op uitnodiging van René Appel met hem en anderen in debat ging over thrillers en of die al dan niet literair waren, een debat dat hij voerde met respect voor de beoefenaars van alle genres. Bevlogen was hij, en altijd bereid, misschien wel iets té, want hij was moe.
De woorden ‘zelfmoe’ en ‘opiniemoe’ kwam ik deze week tegen in ‘Go East’ van Stine Jensen. De termen kwamen van Hugo Borst die geen zin meer had om op televisie te verschijnen met een mening. Jensen herkende zich erin. Wim Brands sprak woorden van gelijke strekking de laatste keer dat ik hem zag. Hij wilde niet steeds ‘hetzelfde kunstje’ doen. Voor de zoveelste keer die en die schrijver interviewen op Crossing Border. Dat wist hij nu wel. Hij had het gevoel dat hij een karikatuur van zichzelf was geworden, zei hij.
Het bericht van zijn dood kwam hard aan, bij iedereen. Hij wist niet half hoe geliefd hij was. Ik dacht vooral aan zijn vrouw en kinderen. En aan mijn vader, die op 47-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. En aan alle nabestaanden die door moeten leven met vragen waar ze vermoedelijk nooit antwoord op zullen krijgen. Laat ik dan tenminste één antwoord geven: het is niet jullie schuld. En ook niet die van Wim.